In drie Rotterdamse volkswijken wordt voortreffelijk gekookt door ex-verslaafden en tieners
Geplaatst op 16 september 2016
Rotterdam staat niet bekend om haar fijne cultuur, wel om aanpakkers. Bob Richters is daar de grootste van, maar benadert zijn werk wel als kunst. Sinds een aantal jaar runt hij Hotspot Hutspot –goed eten voor een kleine prijs en gekookt door mensen uit de wijk.
Hotspot Hutspot heeft drie locaties in de stad – in Crooswijk, Heijplaat en Lombardijen. Als ik hem opbel, reageert hij kortaf. Met karakteristiek Rotterdamse tongval zegt hij dat ik naar Lombardijen moet komen, want daar is het begonnen en is de tuin het grootst. Ik heb me er maar naar te voegen en fiets naar de andere kant van de stad.
Als ik aankom hoor ik keiharde muziek. Binnen word ik begroet door Joyce die kilo’s tomaten snijdt voor de soep die ’s avonds op het menu staat. Bob komt op dat moment met zijn blauwe bus aanrijden van de boodschappenronde. Hij ziet er anders uit dan ik had verwacht – hij is klein van stuk en draagt een lang grijs vest met spierwitte sneakers eronder. Ik had hem ruwer verwacht.
Hij heet me vriendelijk welkom en begint gelijk te vertellen. Over de buurttuin waar hij etentjes organiseerde. Over zijn cateringbedrijf dat de crisis niet doorkwam. Ik vraag hem hoe lang hij al met Hotspot op deze locatie zit. “Zitten doen we hier niet,” zegt hij gelijk. “Ik ben in 2012 begonnen met Hotspot Hutspot hier verderop in een leegstaand winkelpand. Later zijn we naar dit terrein gegaan, omdat dit ook niet werd gebruikt.”
We zitten in de voortuin. Los van de flats op de achtergrond waan je je er niet in de stad – je hoort vogels en het staat er vol met fruitbomen, groente en kruiden. Bob praat zonder trots. “Ik werk hier met restjes. Of het nou mensen, spullen en plekken zijn.”
Er lopen verschillende mensen rond. Joyce runt deze locatie. Ze werkte hiervoor als fysiotherapeut naast haar vrijwilligerswerk bij Hotspot Hutspot. Omdat haar voormalige werkgever geen loon betaalde, is ze bij Bob in dienst gegaan.
Bob vertelt meer over de groei van Hotspot. Nadat de buurttuin waar hij etentjes organiseerde werd wegbezuinigd, is hij in een leegstaand pand begonnen met ‘restaurantje spelen.’ Er is veel uit de wijk en van haar bewoners wegbezuinigd. Geld dat niet is wegbezuinigd ziet hij trouwens niet terugkomen in de wijk. Er zijn wijkteams en er gaat geld naar hulpverleners, maar hij ziet ze nooit. Hij vertelt dit zonder wrok. Op geen enkele manier is hij geïrriteerd of beschuldigt hij anderen van wanbeleid, wel heeft hij ideeën over hoe dingen beter kunnen.
Dat heeft hij bijvoorbeeld ook voor Djorgain gedaan. Djorgain volgt een koksopleiding, maar kreeg geen goede stageplek. Bij Hotspot Hutspot is hij in de keuken begonnen met koken en kookt hij nu vier hoofdgerechten per week. Naast hem staat Madelief. Ze woont niet in Rotterdam, maar helpt graag mee in de keuken als vakantiebaantje. Vorig jaar deed ze dat ook al in de zomer.
Ook Christiaan is in de keuken aan het werk. Dit is zijn tweede dag bij Hotspot Hutspot. Hij is hier terechtgekomen via een safehouse. “De sfeer is hier open. Ik heb niet het idee dat ik in de stad ben,” zegt hij. “Het is hier rustig.”
Hotspot Hutspot heeft een volledig open keuken en aan de muur hangt tuingereedschap, want in het containerrestaurant is geen bergruimte. Vrijwel alles is er zelfgemaakt. Bob heeft naast keuken- en bedieningsteams ook een klusteam en een tuinteam. Het klusteam maakt tafels van afvalhout, rasters waar groente in kan groeien van overgebleven hekken en snijplanken van oud laminaat. Ze doen zoveel mogelijk zelf en proberen zo duurzaam mogelijk te zijn. Er staan zonnepanelen op het dak en Bob is bezig met een installatie die het mogelijk maakt om regenwater tot drinkwater te filteren.
Bob en zijn team hebben inmiddels alle boodschappen uitgeladen. Het zijn restjes van verschillende tuinders uit de omgeving en afgekeurde groente van de veiling. Hij moet de overige boodschappen ook nog langsbrengen bij de andere twee restaurants en vraagt of ik meega. Ik zeg dat mijn fiets nog voor de deur staat. “Geen probleem,” zegt Bob. “Die kan achterin.”
We rijden eerst naar Heijplaat, dat is net als Katendrecht een schiereiland in de haven. Waar de Rijn- en Maashaven te klein zijn geworden en niet meer door de industrie worden gebruikt, is Heijplaat volledig omringd door enorme containerterminals. Bij de ingang van de wijk staat zelfs een standbeeld van een aantal verwrongen containers.
Net als Lombardijen heeft Heijplaat geen al te beste naam in de stad. Hotspot is hier gevestigd in een nieuw pand. Bob is bezig met een kruidentuin voor de deur, maar vanwege bureaucratie is dat in werkelijkheid nog een grasveld. In de auto had Bob me al verteld over Barry.
Barry houdt op Heijplaat de keuken draaiend. Hij is een grote kerel van 28 die voor verschillende sterrenzaken heeft gekookt. Op een gegeven moment haalde de drugs hem in en lukte het hem niet meer om verder te gaan. Hij is nu bijna tien maanden clean en pakt bij Hotspot het koken weer rustig op. Daarbij wil hij als ervaringsdeskundige andere jongeren helpen die te maken hebben met verslaving. Zo werkt Axl in de keuken. Een enorm brede kerel die als tiener op hoog niveau rugbyde. Na twee hernia’s kon hij daar niet mee verder en ging hij in de bouw werken. Hij ging steeds meer drugs gebruiken en ging van ziekenhuizen naar instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Nu is hij clean en woont in een safehouse. Sinds kort kookt hij bij Hotspot Hutspot. Na zijn eerste dag daar belde hij geëmotioneerd zijn vader op: “Ik weet nu wat ik wil worden.”
Het zijn niet alleen maar ex-gebruikers die bij Hotspot in de keuken staan. Nóra maakt de desserts klaar. Ze is Hongaars en vanwege haar vriend in Nederland gaan wonen. Ze heeft Italiaans gestudeerd, maar haar Nederlands was niet goed genoeg om een baan te vinden. In de keuken bij Hotspot bewijst ze het tegendeel. De groep gaat eten voordat de gasten komen, wij gaan verder naar het laatste restaurant in Crooswijk.
In de auto vertelt Bob dat niet iedereen die bij Hotspot langskomt een succesverhaal is. “Het is wel de bedoeling dat je redelijk je zaken op orde hebt. Ik ga niet aan een dood paard trekken. We hadden een jongen hier die zijn afspraken niet nakwam. Hij had een hele rits oudere broers waarvan de meeste profvoetballer zijn. Dat wilde hij zelf ook worden, dus zei hij dat hij vaak moest trainen om in de selectie te blijven. Toen ik de voetbalvereniging opbelde om te vragen hoe dat precies zat, bleek dat hij daar niet eens was ingeschreven. Je kan je team hier bij Hotspot niet zomaar in de steek laten.”
We rijden inmiddels door de Maastunnel richting het centrum van de stad. “Ik ben eigenlijk constant bezig met het streven naar perfectie, dat is interessanter dan het bereiken ervan. Ik probeer daarbij elke kans aan te grijpen die ik tegenkom.”
“In deze tijd van het jaar groeit het onkruid altijd harder dan de rest,” zegt Bob als we bij het restaurant in Crooswijk aankomen. Bij het uitstappen zie ik appels op de grond liggen. “Er hangt hier in de buurt een groep jongens op straat rond. Een paar daarvan zijn verschrikkelijk druk en de rest van de groep vindt dat alleen maar mooi. Ze plukken de appels van de bomen en gooien die op balkons. Ze snappen nog niet dat je appels pas moet stelen als ze rijp zijn.”
Het nieuws dat we meereizen met Bob gaat ons vooruit. Havine en Hadia komen opgewonden naar buiten omdat ze graag op de foto willen. Binnen ruikt het er heerlijk. Manu kookt hier samen met Ricardo. Ricardo spreekt nog niet zo lang Nederlands. Hij lacht meer verlegen dan dat hij daadwerkelijk praat, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door Manu. Vrijwel alle gasten kennen haar en ik heb bijna geen kans om een praatje met Manu te maken. Ze kookt al lang en had vroeger een eigen toko op de Witte de With. Vanwege een aandoening aan haar knie kon ze op een gegeven moment niet meer volledige dagen in de keuken werken. Nu ze weer beter kan staan en minder uren hoeft te draaien bij Hotspot dan in haar eigen toko, runt ze de locatie Crooswijk en staat ze er in de keuken. Bob duikt bij binnenkomst direct de keuken in om te helpen.
Tomatensoep als voorgerecht. Het smaakt zoet. “De tomaten zijn geroosterd in de oven met kruiden en er is daarna geen water aan toegevoegd, daarom smaakt het veel zoeter. Dit kost veel handelingen en tijd, dus voor een professionele kok is dat niet interessant, maar hier wel. Het zijn ook relatief simpele handelingen die iedereen kan. De jongste hier is 10 en de oudste 83.”
Na het eten komt Ruud uit de spoelkeuken tevoorschijn. Hij werkte 25 jaar in de bouw met staalconstructies. Nadat hij afgekickt was, was er geen plek meer voor hem bij zijn oude werkgever. Het reïntegratiebureau stuurde hem naar Hotspot Hutspot, omdat hij ooit een opleiding tot kok had gevolgd. In het begin was hij sceptisch, hij had er naar eigen zeggen niets te zoeken. Inmiddels is hij om – na de zomer begint hij opnieuw met een koksopleiding. “Ik moet alles opnieuw leren,” vertelt hij.
Als de drukte ’s avonds voorbij is, vraag ik Bob of hij zelf ook weleens eet. “Jawel, ik eet vanavond nog wel wat als ik thuis ben.”
Bob heeft gestudeerd op de kunstacademie. Hotspot is zijn kunstwerk: je ziet het terug in de manier waarop hij oud kookgerei aan het plafond hangt en omtovert tot lampen. Hij heeft nog genoeg plannen voor de toekomst, zoals uitbreiden naar andere steden. Ook zou hij graag een keer een Hotspot Topspot willen openen, om serieuze deelnemers te laten werken naar een Michelinster. Een Hotspot hotel lijkt hem ook wel wat, hoewel hij bang is dat hij veel teveel nachtwakers heeft en ’s ochtends een onbemande receptie.
Een paar dagen na mijn bezoek, stuurt Bob me een berichtje met de top tien meest gastvriendelijke restaurants van Rotterdam volgens IENS. Hotspot Hutspot staat op de eerste plek. De droom om ooit een Michelinster te krijgen, klinkt niet eens zo heel onrealistisch.
Terug naar overzicht